Met een deel van de patiënten die met klachten op het spreekuur van de huisarts komen, blijkt niets ernstigs aan de hand. Bij een ander deel is duidelijk dat er nader onderzoek in het ziekenhuis nodig is. “En dan is er een groep patiënten waarbij we twijfelen”, zegt huisarts Joost Siegelaar. “Een verwijzing lijkt niet nodig, maar het beeld is toch niet helemaal duidelijk. Vroeger hadden we dan twee opties: telefonisch overleggen met de specialist in het ziekenhuis of de patiënt doorverwijzen voor een bezoek aan de poli. In het eerste geval – bij een telefonisch bespreking – vraag je een specialist in een paar minuten een oordeel te vellen. En in het tweede geval is het gedoe voor de patiënt. Die moet naar het ziekenhuis én krijgt extra kosten door zijn eigen risico aan te spreken.”

Grote vlucht

Het e-meedenkconsult nam in 2021 een grote vlucht. Het werkt als volgt: via een beveiligde online verbinding legt de huisarts zijn vraag schriftelijk voor aan de specialist. Joost Siegelaar: “Dat werkt fijn, want je kunt je vraag in alle rust zorgvuldig formuleren. En het ligt meteen vast in het dossier van de patiënt, zodat je daar altijd op kunt terugvallen.” De afspraak is dat de specialist binnen een week reageert. Ook dat kan in alle rust. “De specialist kan de labuitslagen of de foto’s er nog eens bij pakken. En zo een grondig advies geven over de vervolgstappen.” Een deel van de patiënten komt vervolgens alsnog op de poli terecht. Huisartsen en specialisten zijn blij met de nieuwe manier van werken. De eerste ervaringen laten zien dat zo’n 30 % minder mensen naar de polikliniek worden doorverwezen. De vrijgevallen tijd kunnen specialisten inzetten om andere patiënten op de poli te zien. Bovendien komen er minder patiënten die bij nader inzien eigenlijk niet naar het ziekenhuis hadden gehoeven. Ook patiënten is het afgelopen jaar gevraagd naar hun ervaringen en die zijn ‘zeer tevreden’, aldus Joost Siegelaar. “Ze weten dat er grondig naar hun klacht is gekeken. En dat er geen extra kosten mee gemoeid zijn, weten mensen zeer te waarderen.”

Onderzoek op de huisartsenpraktijk

Het is een mooie stap in de gezamenlijke uitdaging die huisarts en ziekenhuis samen hebben om de zorg goedkoper en beter te maken, vindt Joost Siegelaar. “Op ook op andere terreinen zijn we daar mee bezig. Zo gaan we de komende periode steeds meer bloedonderzoek en metingen op de huisartsenpraktijk doen. Voor het vaststellen van de CRP-waarden (een aanwijzing of er sprake is van een ontsteking) doen we dat al. We hopen dit het komend jaar ook te gaan doen voor andere onderzoeken: voor cholesterol, het instellen van diabetes-waarden en het meten van hartenzymen – waarmee we kunnen zien of iemand een hartinfarct heeft gehad. Mensen hoeven niet meer naar een prikpost om daarna te wachten op de uitslag, maar weten ter plekke meteen waar ze aan toe zijn. Ook dat is een verbetering waar mijn patiënten gelukkig van gaan worden.”