INTERVIEW | MARTIN VERHOOG
Martin: “Ik had al afscheid genomen van mijn vrouw en kinderen.”
Toen Martin Verhoog (66) werd geconfronteerd met hartfalen, was de prognose erg slecht. Artsen waren bang dat ze niets meer voor hem konden doen. “Ik had al afscheid genomen van mijn vrouw en kinderen.” Toen kwam de onverwachte kentering. Een intensieve behandeling sloeg toch aan. En het laatste deel mocht hij gewoon thuis ondergaan.
Na drie weken behandeling in het ziekenhuis, waarin Martin zo’n 35 kilo verzameld vocht verloor, begon de verveling toe te slaan. Martin Verhoog: “Ik wilde heel graag naar huis, maar de situatie was nog niet stabiel. Toen het ziekenhuis voorstelde de behandeling thuis voort te zetten, was ik daar ontzettend blij mee. Thuis is het toch het fijnst. Ik heb een hele lieve vrouw waar ik het liefst bij in de buurt ben.”
Intensief
De behandeling was echter nog niet klaar. Martin had nog een infuus en een katheter. Bovendien moest hij intensief in de gaten gehouden worden. “Er was veel voor nodig om de zorg thuis voort te zetten. Het Technoteam van Vérian kwam elke dag voor de infuuspomp en het katheter. Zij checkten ook dagelijks mijn waardes: bloeddruk, gewicht, saturatie, temperatuur, hartslag en welzijn. Een andere verpleegkundige kwam elke dag bij me thuis om bloed te prikken en in het weekend ging ik daarvoor zelf naar het ziekenhuis. Een verpleegkundige van de CCU (hartbewaking) kwam twee keer per week langs voor controle. En elke dag was er overleg met de cardioloog om de voortgang te bespreken.” Na twee weken intensieve thuisbehandeling ging Martin steeds verder vooruit en kon de zorg worden afgebouwd.
Vol lof
Na een periode van hartrevalidatie en regelmatige controles, gaat het weer goed met Martin. “Mijn hartfunctie is van matig naar redelijk gegaan. Ook mijn longfunctie is weer goed. En mijn conditie is weer behoorlijk op peil. Sinds kort kunnen mijn vrouw en ik weer fietstochten maken. Daar genieten we ontzettend van.” Hij is vol lof over de aanpak van Gelre en de mogelijkheid om thuis behandeld te worden. “Natuurlijk was het een spannende periode. Maar ik ben nooit bang geweest thuis. Ik wist dat ik goed in de gaten werd gehouden, dat gaf een veilig gevoel. En herstellen thuis, in je eigen omgeving, gaat toch sneller. In het ziekenhuis deed ik geen oog dicht, thuis sliep ik veel beter.”