Overal hoor en lees je erover: verpleegkundig leiderschap. Een term die nogal hoogdravend klinkt. Wat houdt het eigenlijk in? En wat moet ik ermee als verpleegkundige? Johan Lambregts van Bureau Lambregts: “De kern is: wat zou ik anders willen in de zorg voor mijn eigen patiënten, op mijn afdeling en in het ziekenhuis? Hoe ga ik dat als verpleegkundige bereiken? En daarop anticiperen. Dáár gaat het over.”

Ik ben ‘gewoon’ verpleegkundige. Dus dit gaat niet over mij. Toch?

“Het vervelende van het woord ‘leiderschap’ is dat je al snel denkt het alleen voor managers is, of alleen voor regieverpleegkundigen. Dat is een groot misverstand! Leiderschap heeft niets te maken met de baas zijn of met opleidingsniveau. Het gaat over nadenken over de toekomst en daar nu al naartoe werken. Niet passief zijn, maar een actieve rol innemen. Vragen durven stellen en elkaar durven aanspreken. Doen we het goed op onze afdeling? Doen we de goede dingen? Dat zijn dingen die álle verpleegkundigen aangaan.”

Als je het zo stelt, is het niets nieuws.

“Inderdaad. Verpleegkundig leiderschap hoort gewoon bij je vak: de best mogelijke patiëntenzorg verlenen, jezelf en je vak ontwikkelen met het oog op de toekomst, samen de zorg verbeteren. Dat hier nu zoveel aandacht voor is, komt door een combinatie van een langdurige stilstand in de ontwikkeling van het beroep, schaarste en het nu ineens snelle tempo waarin de zorg momenteel verandert. Dat vraagt meer dan ooit van verpleegkundigen dat ze zichtbaarder worden. Zich meer bewust worden van hun vakkennis, vaardigheden en maatschappelijk belang. Minder op de automatische piloot doen. We moeten toe naar een sfeer van mogen leren en ontwikkelen, elke dag weer. ”

Wat levert het op als we meer leiderschap tonen?

“Om te beginnen: meer werkplezier. Want actief bijdragen aan verbetering geeft meer voldoening dan alleen je taken afvinken. Voor Gelre leidt het tot verbetering van de samenwerking en patiëntenzorg. En voor onze beroepsgroep tot actief stappen zetten voor goede zorg en tevreden patiënten, nu en in de toekomst.”