Verpleegkundigen pakken positie

Onder de vlag ‘Verpleegkundige aan zet’ schreef de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) in 2019 een programma om de positie van de verpleegkundige binnen Gelre verder te versterken. Een ‘supertof’ plan, vindt verpleegkundige en VAR-lid Marleen Warnaar. “We staan op voor ons vak.”

Verpleegkundigen vormen de grootste beroepsgroep binnen Gelre en staan als zorgprofessionals dicht bij de patiënt. De afgelopen jaren wint hun rol zowel landelijk als binnen Gelre aan erkenning. En aan de vooravond van een ingrijpende verandering van het zorglandschap, wordt die rol alleen nog maar belangrijker. “De uitdagingen zijn pittig”, vertelt Marleen Warnaar. “Vergrijzing, het personeelstekort, minder financiën.

Allemaal ontwikkelingen die vragen om actie. In alle antwoorden die we daar als Gelre op formuleren, is het van belang de kennis en kunde van de verpleegkundigen te gebruiken.” Dat klinkt logisch, maar dat is het niet, denkt Marleen. “Voor verpleegkundigen is het niet vanzelfsprekend zich met beleid bezig te houden. We worden nu nadrukkelijk uitgenodigd door onze Raad van Bestuur om als verpleegkundigen mee te denken, besluiten te nemen en onze plek te pakken. Dat is even wennen, maar wel erg mooi.”

Het programma ‘Verpleegkundige aan zet’ (VAZ) beschrijft de manier waarop verpleegkundigen zich de komende jaren verder ontwikkelen in hun vak.

Het VAZ-programma heeft 3 thema’s: innovatie, professionalisering en kwaliteit en veiligheid. Om zo een bijdrage te leveren aan ‘zinnige zorg’ en ‘de juiste zorg op de juiste plek’. Marleen: “De kernvraag aan iedere verpleegkundige is: wat ga jij doen om de zorg te verbeteren? Dat hoeven niet altijd hele grote oplossingen te zijn. Het begint klein, dichtbij.” Marleen noemt de ‘beter laten lijst’ als voorbeeld. “Daarbij kijken we kritisch naar protocollen en handelingen waarvan de toegevoegde waarde twijfelachtig is.

En die ruimte krijgen we. Afdelingshoofden vertrouwen op onze bevindingen en geven steun voor onze plannen.”


“Als VAR zijn we opgestaan voor ons vak. Wij nodigen al onze collega’s uit hetzelfde te doen.”

Een voorbeeld is de behoefte aan het minder vaak meten van het Early Warning System (EWS) door verpleegkundigen. Marleen: “Verpleegkundigen gaven aan dat er bij ‘verkeerde-bed-patiënten’ ook driemaal per dag een EWS moet worden gemeten. Maar een patiënt wacht op nazorg en wordt niet klinisch behandeld. Toch moeten er vinkjes gezet worden. We kijken nu hoe we dit Gelre-breed kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld door onderscheid te maken in ‘verkeerd-bed-patiënten’ en ‘normale patiënten.”